Het KISS syndroom staat voor een verstoorde symmetrie qua houding en beweging, door een bewegingsbeperking van het kopgewricht, een a-symmetrische stand van achterhoofdsbeen (bestaat bij de baby nog uit 4 delen die rond het 6e jaar fuseren tot 1 botstuk) en/of Atlas en Draaier (de bovenste 2 nekwervels).
Op de hoogte van het achterhoofdsbeen, atlas en draaier, bevindt zich de hersenstam, vanwaar verschillende zenuwen ontspringen die zijn betrokken bij de regulering van zuigen, slikken, verteren en uitscheiden en invloed uitoefenen op het hartritme en de ademhaling, maar ook de houding en het evenwicht helpen reguleren.

Beperkte beweeglijkheid of blokkades (lees: scheefstand) van deze beenderige structuren resulteert in overprikkeling van het zenuwweefsel dat op die hoogte uit de hersenstam tussen die botstukken verloopt.

Mogelijke oorzaken van KISS bij baby’s

• Scheve ligging in de baarmoeder in de laatste maand van de zwangerschap.
• Scheve ligging tijdens de bevalling of navelstreng omstrengeling.
• Zeer langdurige of juist zeer snelle (stort-)bevalling, waardoor de scheefstand tijdens de spildraai wordt geïnduceerd.
• Meerlingen.
• Gebruik van hulpmiddelen bij de baring: vacuüm- of tangverlossing, expressiedruk door verloskundige.
• Vallen of verkeerd getild worden.

Mogelijke symptomen van KISS bij baby’s

• Voorkeurshouding, bestaande uit scheve hoofdstand en voorkeursrotatie naar een zijde (meestal rechts) al dan niet met afplatting van het achterhoofd.
• Neiging tot overstrekking (in nek of totale wervelkolom), eventueel in combinatie met kommahouding van de romp.
• Scheve stand bekken (scheve bilnaad), eventueel in combinatie met heupdysplasie.
• Problemen met zuigen en slikken en (verborgen) reflux.
• Onrustig kind, maaien met armen en/of benen, a-symmetrische beweging armen en benen.
• Veel huilen en verstoord slaapritme, moeite met in-/doorslapen.
• Slechte hoofdbalans of rompbalans bij zitten.
• Kruipen overslaan en vroeg gaan staan, maar pas laat gaan lopen

Mogelijke symptomen van KISS bij jonge kinderen

• Druk gedrag en snel overprikkeld.
• Hoofdpijn en moeite met concentreren
• Motorische achterstand (grove motoriek, vooral van de romp,schouders en heupen, fijne motoriek van de handen is vaak goed), vaak struikelen of vallen of dingen omstoten.
• Vaak krijgen deze kinderen het stempel ADHD!